Hoe komt die zeehond hier?
We lopen langs eetstalletjes en hotels, over een verouderde boulevard aan het water. Op het einde van de boulevard ligt een scheepswrak en in de verte zien we de contouren van een bergrug. Listvyanka lijkt bedrieglijk veel op een badplaats aan zee, maar is dat niet.

Geraamde leestijd van 6 minuten
We lopen langs eetstalletjes en hotels, over een verouderde boulevard aan het water. Op het einde van de boulevard ligt een scheepswrak en in de verte zien we de contouren van een bergrug. Listvyanka lijkt bedrieglijk veel op een badplaats aan zee, maar is dat niet. De dichtstbijzijnde zee is meerdere bergruggen en tweeduizend kilometer verwijderd van hier. Het is halverwege juli en we zijn voor een aantal dagen aan het Baikalmeer, het grootste zoetwatermeer ter wereld, in het zuidoosten van Siberië. Met circa 700 km in lengte, 60 km in de breedte, en op sommige plekken wel tot anderhalve kilometer diep, herbergt ze ongeveer een vijfde van de totale wereldvoorraad aan zoetwater. Best wel veel.
test test
test test test
test test test test
Het is warm en zonnig, en we maken in de middag een boottocht voor wat verkoeling. Het water is bijna vlak, grijsblauw, de horizon oogt verstild. De lucht en het meer lijken haast samen te vallen. Er komt buitensporig veel kou af van het water, als een diepvries die open staat, en we duiken diep in onze wollen dekens. Het Baikalmeer is net weer een maand ijsvrij, zes maanden per jaar is ze compleet dichtgevroren met een metersdikke ijslaag. Plotseling duikt er een zeehond op en we hebben weer het gevoel aan zee te zijn. Hoe komt die zeehond hier?
Bezoek aan het natuurmuseum

Baikalmeer (eigen foto)
Eenmaal terug op de kant bezoeken we het natuurmuseum om meer te weten te komen over de Nerpa, de enige zeehond die enkel in zoet water leeft, en dan alleen in het Baikalmeer. Ze zijn schattig, klein en zijn vaak in miniatuur te koop in toeristische winkels. Verder zijn ze bol en compact, hebben extra vetlagen en kunnen maandenlang aaneengesloten onder water leven wanneer het meer is afgedekt door een ijslaag. Hun grote sterke voorflippers en klauwen gebruiken ze om gaten in het ijs te maken en deze open te houden. Zo kunnen ze elk uur even op adem komen of op het ijs komen liggen. De buitengewoon grote ogen zorgen er voor dat ze ook in de donkerte op een paar honderd meter diepte op vis kunnen jagen. Verder zijn ze slecht bestand tegen de warmte; elk jaar sterven er in de lente mannetjes die, moe van het paren, net even te lang op het ijs in de zon gaan liggen. Ze kunnen tot wel wel 56 jaar oud worden; in vergelijking tot andere zeehondensoorten is dit uitzonderlijk oud.
Tot zover alle bijzonderheden maar helaas geven ze geen verklaring over hoe de Nerpa hier terecht is gekomen. De zee is aan alle kanten ver te zoeken en de zeehond is er bepaald niet op gebouwd om grote afstanden over land af te leggen. Eenmaal terug in Nederland stel ik mezelf weer de vraag hoe ze in het Baikalmeer terecht is gekomen. Ik ben tenslotte een geograaf, en ga op het internet op zoek naar antwoorden. Het blijkt een vraag waar vele zoologen en evolutiebiologen hun hoofd over hebben gebroken. Er zijn meer biogeografische artikelen geschreven over de Nerpa, ook wel Pusa Siberica, dan over alle overige zeehonden, zeeleeuwen en walrussen bij elkaar opgeteld.
Mocht het je nu allemaal te wetenschappelijk worden? Stop dan hier met lezen. Misschien wil je wel nog wat prachtige foto’s zien van Nerpa’s gedurende de winter, met een diep bevroren Baikalmeer? Neem dan een kijkje op de website van fotograaf Dhritiman Mukherjee: https://roundglasssustain.com/photo-stories/baikal-lake-nerpa-seals
Een antwoord op mijn vraag
Maar goed, het Baikalmeer is ongeveer 30 miljoen jaar geleden ontstaan als zoetwatermeer en is nooit onderdeel geweest van een zee of oceaan. Ze is altijd een geïsoleerd meer geweest, omgeven door bergen en hoogvlakten. De Nerpa kan hier dus niet terecht zijn gekomen ‘via de zee’. Ze moeten dus toch via het land in het meer terecht zijn gekomen. Onder de evolutiebiologen rouleren hierover twee mogelijke theorieën. Beide theorieën gaan uit van genetische verwantschap tussen de Nerpa, de Ringred zeehond in de Arctische zee en de Kaspische zeehond in de Kaspische zee.

overzichtskaart Rusland (eigen foto)
De eerste theorie gaat er vanuit dat de Nerpa is geëvolueerd vanuit de voorouder van de Kaspische zeehond. Circa 12 miljoen jaar geleden bedekte de Paratethys-Zee grote delen van zuidoost Europa en zuidwest Azie. De huidige Kaspische Zee en het Aralmeer zijn overblijfselen van deze zee. Een deel van de zeehonden vertrok via rivieren richting het noorden en eindigde in de Arctische zee. Ze pasten zich aan aan hun omgeving en evolueerde naar de Ringred zeehond. Een ander deel zwom via rivieren naar het oostelijker gelegen Baikalmeer, en evolueerde naar de Nerpa. Het problematische met deze theorie is dat de zeegang naar de Arctische zee wel heeft bestaan maar dat er geen enkel bewijs is voor de aanwezigheid van rivieren die vanuit het Baikalmeer naar de Paratethys-Zee liepen. Ook is het onwaarschijnlijk dat de Ringred zeehond en de Nerpa zijn geëvolueerd vanuit de voorouder van de Kaspische zeehond. De eerste twee zijn liefhebbers van koude, terwijl de derde juist is aangepast op de warmte.
De tweede theorie stelt juist dat de Nerpa ‘kortgeleden’ is geëvolueerd uit Ringred zeehonden, die vanuit de Arctische zee naar het Baikalmeer wisten te komen. Gedurende een ijstijd 300.000 jaar geleden ontstonden er gletsjermeren in het noordelijke deel van Siberië. Via deze gletsjermeren, de Yenisei rivier en vervolgens de Angara rivier zou het voor Ringred zeehonden mogelijk moeten zijn geweest naar het Baikalmeer te zwemmen. Vanaf dat punt zijn ze geëvolueerd naar de huidige Nerpa. Maar ook deze theorie is nog onder discussie. Een deel van de evolutiebiologen geeft aan dat het evolueren van de Ringred zeehond naar de Nerpa circa 4 miljoen jaar moet hebben geduurd. Dit strookt dus niet met de ijstijd van 300.000 jaar geleden. Ze moeten dus al eerder hun weg hebben gevonden naar het Baikalmeer. Toch lijkt deze theorie het meest waarschijnlijk, en ontbreekt het slechts nog aan kennis om het beter te verklaren.
Vandaag is het vooral de vraag of de Nerpa er over pakweg honderd jaar nog zal zijn. Zeehonden zijn erg gevoelig voor vergiftiging door vervuiling van het water. Het wordt opgenomen in hun vetlaag en stapelt zich op. Opvallend genoeg is bij onderzoek gebleken dat de hoeveelheid opgeslagen vervuiling laag is bij Nerpa´s. Dit zijn echter getallen van minstens 10 jaar geleden dus nieuwe metingen zijn wenselijk gezien de toenemende hoeveelheid industrie rondom het meer. Een nog groter gevaar is de afnemende maar nog altijd aanwezige bontjacht op de puppy’s met hun mooie witte vacht. Hopelijk weten ze het tij te keren, het zou toch jammer zijn als de Nerpa uitsterft.
Wil je dieper in de wetenschappelijke data duiken achter dit verhaal? Neem dan een duik in de onderstaande links die ik heb gebruikt om dit verhaal te schrijven.
- https://www.pinnipeds.org/seal-information/species-information-pages/the-phocid-seals/baikal-seal
- https://bioone.org/journals/zoological-science/volume-20/issue-11/zsj.20.1417/The-Origin-and-Genetic-Relationships-of-the-Baikal-Seal-Phoca/10.2108/zsj.20.1417.full
- https://scienceblogs.com/tetrapodzoology/2010/06/15/most-inconvenient-seal
- https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/j.1095-8312.2006.00607.x